Omdat het heffingsvrije vermogen per 2018 wordt verhoogd naar € 30.000, worden de belastingschijven daarop aangepast.
Derde Nota van wijziging Belastingplan 2018
De vermogensrendementsheffing heeft in 2017 drie vermogensschijven.
In de tabel in artikel 5.2, eerste lid, van de Wet IB 2001 zijn de bijbehorende bedragen voor de grondslag sparen en beleggen opgenomen, zijnde de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrije vermogen. Door de verhoging van het heffingsvrije vermogen van € 25.000 naar € 30.000, zouden de grenzen van de vermogensschijven onbedoeld worden verhoogd. De voorgestelde wijziging in deze derde nota van wijziging herstelt dit. Na inflatiecorrectie 2018 (0,8%) kan de belasting in box 3 berekend aan de hand van de volgende tabel: Vermogensrendementsheffing 2018
Van het gedeelte van de grondslag dat meer bedraagt dan |
Maar niet meer dan |
Wordt toegerekend aan rendements-grondslag I (0,36%) |
En wordt toegerekend aan rendements-grondslag II (5,38%) |
Het forfaitaire rendement bedraagt |
De vermogens-rendementsheffing over de grondslag bedraagt |
€ 0 |
€ 70.800 |
67% |
33% |
2,02% |
0,605% |
€ 70.800 |
€ 978.000 |
21% |
79% |
4,33% |
1,298% |
€ 978.000 |
- |
0% |
100% |
5,38% |
1,614% |
Hofcampweg 280
2241 KM Wassenaar